Stap 7

Zoek rijke toepassingen

In de vorige stap hielden we een pleidooi voor toepassingen binnen de breinmomentjes. Als je toepassingen goed kiest kan je er nog meer uithalen.

Ontdek hier hoe je een toepassing ‘rijker’ kan maken en waarom je dit zou doen.

25 min. lees- en werktijd

Wat onderzoek leert

Opdracht: Vergelijk de toepassingen in beide kolommen. 

Het ‘mathematiseren’ (vertalen naar de wiskundetaal) is een belangrijke vaardigheid die moet geoefend worden. Dit kan alleen met opgaven waar die vertaling niet voor de hand ligt. Probleemoplossend denken is een ‘moetje’ binnen de eindtermen wiskunde – ook hiervoor zijn aangepaste opgaven nodig waarbij leerlingen heuristieken leren kennen en toepassen. Als het aanbod zich beperkt tot ‘schrale’ opgaven waar de methode voor de hand ligt krijgen leerlingen niet de kans zich die vaardigheden eigen te maken.

Placeholder

Inzicht

Leerlingen kunnen pas opgaven leren analyseren en probleemoplossende vaardigheden ontwikkelen als ze hiervoor een passend opgavenaanbod krijgen.

Toegepast in breingraafmomentjes

Ontdek de verschillende mogelijkheden om ‘rijke’ toepassingen te ontwerpen.

Meer voorbeelden vind je in onderstaande figuur.

Aan de slag in jouw klas!

Tijdens de vorige stap selecteerde je een aantal toepassingen. Kies er één uit en bekijk de mogelijkheden om deze te verrijken.

Denk aan de tips uit de driehoek hierboven:

  • Leg een link met de realiteit door gebruik te maken van een authentieke context.
  • Kies opgaven waar verschillende oplossingsmethodes bruikbaar zijn. Kies opgaven waar verschillende vaardigheden aan bod komen.
  • Integreer probleemoplossende vaardigheden zoals werken op een figuur, ‘omgekeerd werken’, verschillende mogelijkheden analyseren,…

Voor extra voorbeelden van rijke toepassingen kan je ook snuisteren in de inspiratiefiches per onderwerp  (zie ‘inspiratiefiches’ in het menu bovenaan). Door te klikken op ‘Toon extra informatie’ onder een toepassing zie je suggesties voor bespreking en aanpassing van de context.

Wat met taal?

Misschien merkte je dat de opgaven in de rechterkolom een rijkere taal hebben. Hoe zit dit dan voor taalzwakkere leerlingen? Het belang van het gebruik van algemene schooltaal en vaktaal kwam al in stap 5 aan bod. Eén van de pijlers van taalontwikkelend lesgeven is het zorgen voor een rijk taalaanbod. Uit onderzoek blijkt dat het geen goed idee is om minder presterende lezers te sterk vereenvoudigde teksten aan te bieden. Zorg voor taal op niveau, zodat leerlingen hiermee in contact komen. En ondersteun bij het begrijpen van die taal.

Wat met figuren bij de toepassingen?

De afbeeldingen bij de opgaven hierboven zijn nodig om de opgave te kunnen oplossen. Maar wat met afbeeldingen die louter als illustratie bij de opgave staan? Plaats je bij het vraagstuk over de frietjes uit stap 6 een afbeelding of niet?

Over de rol van decoratieve figuren bestaan geen sluitende gegevens. Recent onderzoek suggereert dat dergelijke decoratieve afbeeldingen enkel leerlingen met voorkennis zouden helpen, terwijl leerlingen met minder voorkennis rond een onderwerp net afgeleid kunnen worden hierdoor.

Het gebruik van afbeeldingen die niet nodig zijn voor het oplossen van de opgave kan misschien de motivatie van kinderen verhogen, anderzijds kunnen veel afbeeldingen ook voor ‘overload’ zorgen. Dat is dan weer te vermijden, want we weten dat ons werkgeheugen beperkt is..

ID: block_61b1ed7977d2a