Stap 3

Plan gespreid

Breingraven doe je niet éénmalig, het wordt een routine in de klas. In deze stap leggen we uit waarom.

15 min. lees- en werktijd

Wat onderzoek leert

Het herhalingsprincipe ken je wellicht. Maar wist je dat de essentie van dit principe niet is dat je meer tijd spendeert aan een bepaalde inhoud, maar wel dat je op die manier vaker tijd maakt voor deze inhoud?

Ontdek er meer over in deze kennisclip.

Bron: https://www.klasse.be/251719/leerstrategieen-in-elke-les/
Placeholder

Inzicht

Het spreiden van oefenmomenten loont voor de beheersing van inhouden op lange termijn. Belangrijk hierbij is dat er niet meer onderwijstijd aan de inhouden hoeft gespendeerd te worden, maar wel vaker.

Deze strategie wordt het ‘spacing effect’ of ‘distrubuted practice’ genoemd. Vervang lange oefenmomenten dus door verschillende kortere oefenmomenten.

Toegepast in breingraafmomentjes

Door inhouden die al aangebracht zijn verder in te oefenen via korte wiskunde breinmomenten breng je deze leerstrategie eenvoudig in de praktijk.

Ontdek hoe andere leraren de breinmomentjes integreren in de klaswerking.

Aan de slag in jouw klas

Wanneer zal jij een wiskundige breinmomentje inplannen?

Bekijk je weekrooster. Voorzie 10 à 20 minuten – de tijd die je nodig hebt zal afhangen van het type oefening dat je kiest – meer hierover in de volgende stappen.

Enkele suggesties:

  • Bij de start van de dag?
  • Bij de start van een wiskundeles met een ander onderwerp?
  • Op twee vaste momenten in de week tussendoor?

Aan de slag in jouw klas

Wat wordt het onderwerp van je eerste wiskundig breinmomentje?

Formuleer het onderwerp zo concreet mogelijk bv. ‘een breuk nemen van een getal’ of ‘oppervlaktematen herleiden’.

Enkele suggesties:

  • Welk onderwerp vormt in jouw klas steevast een struikelblok?
  • Bekijk de inhouden van het vorige ‘blok’. Welk inhoud komt niet opnieuw aan bod in het blok waar je nu mee bezig bent?
  • Bekijk de jaarplanning van de lessen. Welk onderwerp komt onvoldoende vaak terug?

Onderzoek over het spacing effect leert ons ook iets over het optimale interval tussen twee oefensessies. Geef je vaak huiswerk mee over een inhoud die die dag aangeleerd werd? En laat je leerlingen de dag voor de toets nog eens oefenen op de inhoud van de toets? Klinkt logisch, maar vanuit onderzoek niet de meest optimale keuze. Stel dat je vandaag iets aanleert en oefent, en wil dat leerlingen dit nog kunnen tegen een toets over drie weken. De regel zegt dat je een tweede oefenmoment dan best plant na 10% tot 20% van deze periode. Dus niet de avond zelf, maar na 2 of 3 dagen. Ook een laatste herhaling plan je best 2 of 3 dagen voor de toets, en niet net ervoor. Slecht nieuws dus voor studenten die alle hoop gevestigd hebben op het ‘blokken’ de dag voor het examen..

Maar uiteraard willen we dat leerlingen de inhouden wiskunde die ze in de basisschool aangereikt krijgen langer dan 3 weken beheersen – levenslang liefst.. Vaker oefenmomenten inlassen blijft dus de boodschap. En dat hoeft niet zo moeilijk te zijn. Laat leerlingen bij het verlaten van de klas voor de speeltijd bijvoorbeeld een vraagje beantwoorden – een tafeloefening, een gelijkwaardige breuk bij een breuk geven, Franse woordjes,… – keuze genoeg!

Verder snuisteren? Gebruik de zoekterm ‘spacing effect’ of ‘distributed practice’.

ID: block_61e1c5b8985cd