Stap 8

Begeleid breingraven (of niet)

Je eerste breinmomentje is nu klaar. Maar hoe ga je ermee aan de slag in de klas? Je ontdekt het in deze stap.

15 min. lees- en werktijd

Wat onderzoek leert

In onderwijs toetsen we vaak kennis en vaardigheden van de leerlingen om te weten in welke mate de doelen bereikt zijn en om leerlingen een aanbod op maat te kunnen geven. Maar wist je dat het testen zelf ook leereffect heeft? Ontdek er meer over in deze clip.

Bron: Klasse dossier leerstrategieën (https://www.klasse.be/251761/videoreeks-leerstrategieen-met-effect/)

Bij het herhalen van een begrip of een methode tijdens wiskundelessen trappen we als leerkracht geregeld in de val leerlingen snel opnieuw input te geven. Leerlingen horen dan wel opnieuw de methode of het begrip, maar gingen er niet zelf naar op zoek in hun geheugen. Hierdoor is die vorm van herhaling minder effectief.

Placeholder

Inzicht

Het ophalen van informatie uit het geheugen heeft ook leereffect. Hoe vaker je moet graven in je geheugen naar een bepaald begrip of methode, hoe beter deze kennis verankerd zal zitten in je geheugen. Het zelf ophalen van de info is veel effectiever dan het nogmaals horen of lezen van de info. Deze strategie heet ‘retrieval practice’ of het ‘testing effect’.

Toegepast in breingraafmomentjes

De steigers afbouwen

Bedoeling is om leerlingen bij het breingraafmomentje eerst individueel te laten werken, zonder ondersteuning van bv. voorbeelden of stappenplannen. Het gebruik van voorbeelden en stappenplannen is uiteraard een heel zinvolle didactische stap, maar uiteindelijk moet het doel wel zijn dat leerlingen bij een opgave zelf het correcte gereedschap kunnen selecteren en dit correct kunnen toepassen. De hulpmiddelen (zoals voorbeelden, stappenplannen, lege schema’s) die in de loop van de leerlijn aangereikt worden zijn als het ware steigers om het bouwwerk op te bouwen – maar het is uiteraard niet de bedoeling dat een steiger blijft staan…

Het spreekt voor zich dat je in functie van noden van specifieke leerlingen ook bij een breingraafmomentje extra ondersteuning kan bieden.

Een extra focus

Leerlingen gaan dus eerst een aantal minuten zelf aan de slag met de opgave(n). Afhankelijk van je klasgroep kan je hierbij een extra focus kiezen. Het is heel zinvol om leerlingen te vragen hun oplossingsweg zo te noteren dat een medeleerling zonder verdere uitleg begrijpt hoe ze geredeneerd hebben. De ervaring leert dat sommige leerlingen een broertje dood hebben aan het noteren van tussenstappen. Noteren van tussenstappen is echter een grote hulp voor het beperkte werkgeheugen – als je geen tussenuitkomsten hoeft te onthouden heb je meer ‘mentale bandbreedte’ vrij voor het denken. Een verplichting om de gevolgde weg overzichtelijk te noteren kan dus in dit opzicht geen kwaad..

Differentiatie?

Tijdens de breinmomentjes zijn de leerlingen kort individueel aan de slag, de focus ligt op de nabespreking. Om deze bespreking te kunnen volgen is het belangrijk dat alle leerlingen de opgaven minstens geprobeerd hebben. Ook leerlingen die de opgaven vlot oplosten hebben hun rol in de bespreking: je kan hun input gebruiken om bijvoorbeeld handige oplossingsmethodes aan bod te laten komen, en je kan hen uitdagen met verdiepende vragen. Het is dus geen ‘must’ om een gedifferentieerd opgavenaanbod te voorzien in de breinmomentjes. Wil je daar toch voor kiezen, dan vind je hieronder enkele tips. 

Aan de slag in jouw klas

Bekijk afhankelijk van welke klemtoon je in de bespreking wil leggen of het zinvol is leerlingen bij het uitwerken van de opgave een extra focus mee te geven, zoals:

  • noteer tussenstappen;
  • noteer een antwoordzin (bij de toepassingen);
  • schrijf je oplossing zo op dat een klasgenoot zonder uitleg begrijpt hoe jij gedacht hebt;

Bedenk of je de opgave op papier of via het bord aanbiedt. Als je wil dat leerlingen aanduidingen maken in de tekst of op de figuur is het wellicht zinvoller om de opgave op papier aan te bieden.

Kies je ervoor om ‘basisoefeningen’ op het bord aan te bieden, laat dan zeker de opgave overschrijven.

Ondanks het feit dat ‘jezelf testen’ een sterk bewezen leerstrategie is, maken leerlingen en studenten er weinig gebruik van.  Vaak ‘herlezen’ leerlingen de informatie die ze zich eigen moeten maken meermaals – maar het ’testen’ van jezelf is veel effectiever. Leer leerlingen deze strategie toe te passen, bijvoorbeeld door vraagjes te laten noteren bij een stuk info dat ze moeten memoriseren.

Verder snuisteren? Ben je verwonderd over het ’testing effect’? Het is één van de inzichten die voortkomt uit de cognitieve psychologie, de tak van de psychologie die zich bezig houdt met zaken als geheugen, informatieverwerking en probleemoplossend denken. Enkele recente werken koppelen wetenschappelijke inzichten omtrent leren aan de dagelijkse klaspraktijk, én zijn gratis te downloaden:

  • “Op de schouders van reuzen: Inspirerende inzichten uit de cognitieve psychologie voor leerkrachten” (P. Kirschner e.a.) via deze link.
  • “Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek” (T. Surma e.a.) via deze link.

ID: block_61b1f5106a607