- In het kader van referentiematen kan je deze binnentemperatuur laten vergelijken met de temperatuur in de klas. In welk seizoen kan deze buitentemperatuur voorkomen?
- Bekijk de verschillende oplossingsmethodes. Zo kunnen leerlingen werken via de aftrekking (30 – 23,8 = 30 – 23 – 0,8) maar ook via de optelling (Ik tel eerst 0,2 op bij 23,8, en dan moet ik nog 6 optellen bij 24 om aan 30 te geraken, in totaal het ik dus 6,2 opgeteld.)
Op deze digitale thermometer kan je de binnentemperatuur en de buitentemperatuur aflezen.
Vul aan.
Het is binnen ……… ° warmer/kouder dan buiten.
