Onder elke vlek zit een cijfer. Welke cijfers kunnen dit zijn?

Zijn er verschillende mogelijkheden?

Extra informatie

  • Oplossing: Er zijn twee mogelijkheden:

4,0 – 2,8 = 1,2

4,1 – 2,9 = 1,2

  • Besteed aandacht aan hoe leerlingen weten dat ze alle mogelijkheden gevonden hebben. Misschien zie je op het zicht welke oefeningen dit kunnen zijn, maar ben je zeker dat dit de enige oplossingen zijn? Een mogelijkheid is om systematisch alle mogelijke cijfers die onder de eerste vlek kunnen zitten af te gaan: 0 en 1 zijn mogelijk, maar vanaf 2 (4,2 – 2,. = 1,2) kan de oefening niet meer kloppen.
  • Besteed aandacht aan de gebruikte heuristieken. We hebben hier verschillende mogelijkheden uitgeprobeerd, op die manier hebben we gezien wat kon en wat niet kon. We zijn niet gestopt bij één mogelijkheid