Jef heeft een ruit uitgeknipt in papier (geen vierkant). Hij tekent één diagonaal, en knipt de ruit dan volgens de diagonaal in twee driehoeken. Geef de meest passende naam van deze driehoeken.

Extra informatie

Je kan een analoge opgave maken door de ruit te vervangen door een andere vierhoek, of door ‘diagonaal’ te vervangen door ‘symmetrieas’.

  • Observeer leerlingen bij het werken; tekenen is hier heel belangrijk om zicht te krijgen op de opgave; het is ook goed om verschillende verdelingen en ruiten te schetsen om te zien of er verschillende mogelijkheden zijn. Expliciteer dit tijdens de bespreking.
  • Oplossing: de driehoeken zijn gelijk, en ze zijn zeker gelijkbenig aangezien alle zijden van een ruit even lang zijn. Het kan een gelijkzijdige driehoek zijn. De driehoek is scherphoekig of stomphoekig, dat kunnen we niet zeker weten. Het kan geen rechthoekige driehoek zijn, want in de opgave staat dat het niet om een vierkant gaat.